Ik draag je bij me. Al sinds het begin van alles. In mij ben je te vinden. Ik zocht je overal, overal buiten mijzelf terwijl jij al die tijd zo dichtbij was. Ik kon je niet horen, niet zien, niet voelen omdat al mijn zintuigen naar buiten gericht waren. Terwijl jij zo dichtbij was, al die tijd.
Ik zocht je in mensen, in plekken, in boeken. Ik zocht je in ogen, in aanrakingen, in de zon. Ik zocht je in woorden, in klanken, in beelden. En soms zag ik je wel even, in een weerspiegeling, maar net zo snel was je ook weer verdwenen. Ik kon je niet vastgrijpen, vasthouden, in een doosje doen. Logisch achteraf, want het was slechts een spiegeling buiten mij.
De ware bron was veel dichterbij dan ik ooit had kunnen bedenken. Maar ik moest stil zijn om jou te vinden, vertragen, me overgeven aan mijn hart, naar binnen kijken. En dat had niemand mij verteld of geleerd. Waarom eigenlijk niet? Waarom leren we zoveel maar dit niet?
Omdat ik het zelf mocht ontdekken. Omdat ik de waarde en grootsheid en rijkdom ervan pas écht kon zien als ik ook zo het gemis ervan heb leren kennen. De afwezigheid ervan heb ervaren. Pas dan onthult de ware waarde zich. Het ware goud, de ware parel. Dát is mijn verhaal.
Pas als je verdriet hebt ervaren, weet je wat ware vreugde is, en geluk. Pas als je afgescheidenheid tot in je diepste vezel hebt gevoeld waardeer je de verbinding. Pas als je bijna gek wordt van alle drukte om je heen en in je hoofd, kun je intens genieten van de stilte en de leegte.
Oh die leegte, waar ik zo immens bang voor was. Die vruchtbare leegte waar nieuw leven kan ontstaan. Een nieuw verhaal, een volgend hoofdstuk te vinden is. Al die tijd lag je daar op me te wachten. In die donkere leegte in mezelf. Geduldig, met een glimlach op jouw lippen. Met al jouw wijsheid en liefde. Te wachten op de dag dat ik je zou ont-dekken en zou luisteren…
(met dank aan de inspiratie van Patty Harpenau en haar Verhalenvrouw )